Frida le Cosquino de Bussy: eerste vrouwelijke bestuurder


In december 1938 stelde Frida zich kandidaat voor het bestuur van de Roeibond, en was daarmee de eerste vrouw die dat deed. Maar ze werd niet verkozen.

Leidsch Dagblad, 12 december 1938 | Bron Erfgoed Leiden en Omstreken

Een jaar later probeerde ze het weer, en toen werd ze gekozen.

Leidsch Dagblad, 18 december 1939 | Bron Erfgoed Leiden en Omstreken

Bestuurslid Roeibond

  • Op 18 december 1939 werd ze als eerste vrouw gekozen als bestuurslid van de Roeibond.
  • December 1940: ze is lid van de damescommissie van de Roeibond, en voorzitter Tromp zegt…
Algemeen Handelsblad, 23 december 1940 | Bron delpher.nl
  • Op 2 december 1940 pleit ze in een interview in Revue der Sporten weer voor damesroeien.
  • In december 1942, 1947 en 1953 werd ze opnieuw verkozen tot bestuurslid van de Roeibond.
  • Bij die laatste herverkiezing ontving ze de erepenning in goud voor haar pionierswerk voor het damesroeien.
  • In januari 1955 werd ze vice-voorzitter van de Roeibond.
Algemeen Dagblad, 20 januari 1955 | Bron delpher.nl
  • In december 1956 verliet ze het bondsbestuur voor de laatste keer.

Boten

Op 23 maart 1956 doopte ze de door Hes gebouwde vier-met Frida. Bijna exact twintig jaar later, op 12 maart 1976, raakte de boot onherstelbaar beschadigd door een aanvaring met een vrachtschip. Het jaar daarop werden de restanten verbrand.

In 1974 nam de vereniging de door Bradshaw gebouwde vier-met Frida II in gebruik. Het is onduidelijk wat er met deze boot gebeurd is.


Chef d’Équipe

In 1951 was ze chef d’équipe voor de Nederlandse vrouwen op de Europese kampioenschappen in Macon.

Het Vaderland, 22 augustus 1951

In Macon kreeg ze voor haar verdiensten voor het damesroeien de gouden medaille van de Franse roeibond.

Blad Roeien, 3 september 1951 | Archief Roeimuseum

Mooie woorden

Toen Frida in 1951 het bondsbestuur (tijdelijk, maar dat wisten ze toen nog niet) verliet, sprak voorzitter Tromp lovende woorden. Frida had een mooi slotwoord.

Blad Roeien, 26 februari 1951