Varsity 3 juni 1943


Deelnemer Jan Abendanon schreef in 1949 in gedenkboek Njord 1874-1949 het verslag van de wedstrijd waar hij zelf aan deelgenomen had. Dat is hieronder geheel overgenomen.

Waarschijnlijk zullen slechts weinig leden en oud-leden van studenten-roeiverenigingen weten, dat na de laatste Varsity in Holland in 1940, nog een Varsity verroeid is in het jaar 1943 in een krijgsgevangenenkamp op Java. Deze onvergetelijke gebeurtenis is zeker een van de hoogtepunten geweest van onze drie en een half jaar van Japanse krijgsgevangenschap en onderdrukking.

Deze wedstrijd is geroeid op Hemelvaartsdag, in overeenstemming met de eerbiedwaardige tradities, die zulk een belangrijke rol spelen in ons studentenleven. Gedurende de voorbereidingen voor deze festiviteit kregen we toestemming van de Japanse kampcommandant om de schouwburg van het kamp te gebruiken, een oude, voor dat doel veranderde gymnastiekzaal. Hoewel de Jap stom van verbazing stond toen hem toestemming gevraagd werd voor het houden van studentenroeiwedstrijden, keurde hij onze Varsity niettemin toch goed. Zelfs werd toestemming verkregen om een blaaspoepenorkest te vormen en dit orkest was de hele voorafgaande middag bezig om de liederen van de verschillende verenigingen te repeteren. Deze werden de een na de ander door oud-leden der verschillende verenigingen gezongen en zelfs het Aegir-lied werd teruggevonden dankzij langdurige pogingen van twee doctoren uit Groningen, die erin slaagden de melodie uit hun geheugen op te diepen.

We zetten de baan uit op een ongeveer 5 meter lange tafel, waarop een baan van ongeveer 3 meter lengte werd getekend, bestaande uit 30 kleine vakken, en een kortere van 2 meter, bestaande uit 20 kleine vakken, op een schaal van 1:1000. Ieder vijfde vak werd aangegeven met een bordje dat de afstand aangaf, 500, 1000, 1500 meter enzovoorts. Een marine-officier was zo vriendelijk om de tekeningen te maken van 6 achten, 6 vieren, 4 double sculls, 3 skiffs en 2 Minerva-achten. Deze werden alle geverfd in de kleuren van de zes mededingers (Njord, Laga, Triton, Nereus, Aegir en Argo) en de 2 Minerva-achten werden compleet uitgerust met snorren, baarden, bretels, sokophouders en andere lachwekkende kledingstukken. Deze tekeningen werden op dun karton geplakt, uitgesneden, op een klein houten voetje gezet en de boten voor de Varsity waren klaar. De kunstenaar bleek echter nog lang niet aan het eind van zijn Latijn te zijn, want hij maakte nog een starttent, een finishtent, een drankboot, volledig uitgerust met poppen, en een motorboot genaamd ‘Pruus’.

Intussen was een Bestuur van de Nederlandsche Studenten Roeibond gevormd, waarin zitting hadden de vertegenwoordigers van de vijf studentenroeiverenigingen die elkaar in 1940 in het hoofdnummer, de oude vier, bestreden hadden. Argo zat derhalve niet in het Bestuur en mocht niet deelnemen aan het hoofdnummer, alleen in de bijnummers. Op de dag van de Varsity voegde een vertegenwoordiger van Argo zich bij het Bestuur, maar hij moest op de vloer van het podium plaatsnemen, terwijl de andere vijf in grote zetels troonden.

Het Bestuur verscheen op de morgen van de grote dag in een schitterende kledij, een in ochtendjas met hoge hoed, een ander in sportkleren, enz. De supporters van Triton (Utrecht) vertoonden zich zelfs met de bekende donkerblauw-witte linten rond echte strohoeden. Verder waren er twee kamprechters voor de wedstrijden en twee tandartsen uit Utrecht moesten voor de dobbelstenen zorgen. Als scheidsrechter/ starter, uitgerust met een geweer, fungeerde een lid van Het Spaarne, omdat naar onze mening een vertegenwoordiger van een neutrale burgerroeivereniging de beste man zou zijn voor deze hoogst belangrijke functie.

Onze bedoeling was – de lezer zal het al wel begrepen hebben – om een soort paardenrace van deze Varsity te maken, zoals het soms aan boord van mailboten gespeeld wordt, als een soort ganzenbord. Daarom maakten we verschillende handicap-bepalingen: wanneer men kwam bij vak 7 mocht men direct naar 9 gaan, wanneer een ploeg 13 bereikte, moest hij terug naar 11 en gekomen op 15 moest hij zijn beurt eenmaal voorbij laten gaan omdat een snoek gevangen was en ten slotte kwam de grote klap op 19, waar een van de roeiers vlak voor de finish zijn bankje deed ontsporen, waardoor de ploeg zijn beurt viermaal voorbij moest laten gaan. Voor het hoofdnummer kwam deze ramp op 29 en zo was de hele baan van dergelijke handicaps voorzien.

Op die gedenkwaardige avond verzamelden zich 140 hogelijk geïnteresseerde en enthousiaste lieden in de schouwburg, waar direct de loting plaatsvond voor de boeien voor het eerste nummer, de jonge vier.

De ploegen van de zes deelnemende verenigingen verschenen aan de start en onder geweldige geestdrift van alle supporters klonk het eerst af. Spoedig nam Njord de leiding, om deze niet meer af te staan. Op de 1000 meter leidden zij met een bootlengte en onbedreigd passeerde de Leidse boot de finish. Trots werd het Njord-lied ingezet na dit voor Leiden zo gelukkige begin. In de overnaadse vier behaalde Njord geheel 1toevallig eveneens de overwinning, maar toen Njord in de dubbeltwee opnieuw de leiding nam, vroeg een der aanwezigen het woord en maakte de opmerking dat het ietwat te toevallig was dat de twee kamprechters veteranen van Njord waren. Hij stelde voor een derde kamprechter te benoemen, een voorstel dat warme instemming vond bij de aanhangers van de andere verenigingen. De wedstrijd, die gedurende het debat stopgezet was, werd hervat, maar weinige ogenblikken later protesteerde dezelfde spreker opnieuw. Hij had ontdekt dat de derde kamprechter ook een Njord-lid was; het ontslag van deze functionaris werd geëist en een nieuwe start in het laatste nummer. Alzo werd gedaan en na een spannende race passeerde Triton als overwinnaar de finish.

Het skiffnummer, waarin alleen skiffeurs van Njord, Laga en Nereus aan de start verschenen, leverde opnieuw een overwinning van Njord op en het hoeft niet gezegd te worden dat al deze overwinningen allen uit Leiden in een jubelende stemming brachten.

Toen kwam het hoofdnummer, de oude vier. Onder ondragelijke spanning vond de loting voor de boeien plaats en roeiden de ploegen op naar de start. Voor dit nummer was de Laga-vier favoriet. Tijdens hun training roeide deze vier de drie kilometer onder de elf minuten en de Delftse ploeg maakte een uitstekende indruk bij het oproeien. Maar ook de andere ploegen waren in een goede conditie, zodat een spannende race te verwachten was.

Direct na het af nam Laga de leiding en schitterende roeiend behaalde deze ploeg het meeste voordeel in de start. Njord roeide op de tweede plaats, gevolgd door Nereus, Aegir en Triton. Laga slaagde erin de gevaarlijke handicaps veilig te passeren, Njord profiteerde van een spurt van 7 nar 9 en zo leek het erop dat er, na nadat Triton de vierde plaats aan Aegir ontworsteld had, geen veranderingen meer plaats zouden vinden. Maar de waarheid van het spreekwoord Haastige spoed is zelden goed bleek weer eens, want toen Laga onder luid gejuich van zijn supporters op de finish af snelde, riep, helaas, 29 een halt toe aan deze triomfantelijke zegetocht en Laga moest zijn beurt viermaal voorbij zien gaan. Njord benutte deze kans onmiddellijk, passeerde Laga en ging als eerste over de finish.

Het gejuich der Leidenaars duurde eindeloos voort, het Njord-lied weerklonk, meegezongen door het gehele Njord-kamp en hun vreugde kende geen grenzen. Nereus werd tweede, daarna kwam Triton en zelfs Aegir slaagde erin Laga juist voor de finish te passeren. Voor de Delftenaren was dit zeer teleurstellend, want zij zouden de overwinning zeker volledig verdiend hebben.

In het laatste nummer, de jonge acht, werd deze tegenslag evenwel weer goedgemaakt. Hiervóór moesten echter eerst nog de beide Minerva-ploegen starten op de 1000 meter en de oude die-hards bleken nog boordevol vechtlust te zijn. Het werd een verwoede race, die door ploeg B gewonnen werd, omdat een van de veteranen van ploeg A met zijn sokophouders in zijn sliding vast raakte.

Het laatste nummer leverde, zoals reeds gezegd, een schitterende overwinning van Delft op en er was niemand die de sympathieke supporters uit Delft deze overwinning misgunde na hun pech in het hoofdnummer.

Na de wedstrijd hield de President van de Nederlandsche Studenten Roeibond een rede, waarna allen zich verzamelden aan een eenvoudige maaltijd van bruine bonen met spek, een kop koffie en een uitstekende eigengemaakte sigaar. Het werd een algemeen verbroederingsfeest, maar op het hoogtepunt der feestelijkheden was de avondpermissie afgelopen en ging een ieder opgewekt terug naar zijn barak.

Bij deze gebeurtenis werd eens te meer duidelijk, hoe onverbrekelijk de banden zijn, die gelegd worden door het roeien in het algemeen en in het bijzonder door het roeien der studenten en hoe trouw een ieder is gebleven aan de aloude tradities van de Varsity.

Waar?

Java


Winnaar: Njord


Een jaar eerder

Op 14 mei 1942, Hemelvaartsdag, enkele maanden na de capitulatie van Nederlands-Indië, werd in interneringskamp Tjikoedapateuh een Varsity-herdenking gehouden. De aanwezige oud-leden stuurden hun gelukwensen naar de Nederlandsche Studenten Roeibond

Archief Johan ten Berg