´Kameraden ’t spel gaat beginnen!´

Tekst Ferry Wieringa


De oudste exemplaren van het clubblad van de Amsterdamse Roeivereeniging Willem III komen uit 1924. Het formaat is A3, tot folio gevouwen. Het papier is broos, ruggen zijn versleten, typografie en vormgeving zichtbaar van weleer. De toon in de berichten is formeel waar die van het bestuur komen, en jolig, studentikoos als het kopij van de redactie betreft. Jongens zijn het. Genres die zij gebruikten: de briefvorm, liederen en gedichten.


Op 4 februari 1925 staat er op de omslag een brief.

De aanhef luidt: ‘Sirs!’ Ook de rest is in het Engels. De auteur is John Leslie Phelps. Willem III blijkt een ambitieuze vereniging en een terugkerend onderwerp is de ‘raceroeierij’. De club, sinds 1954 aan de Jan Vroegopsingel gevestigd, ligt aan de Amsteldijk óp de Amstel, bij de Trompenburgstraat, en heeft een botenhuis vol goed materiaal en voldoende mannelijke wedstrijdroeiers maar ‘trekt nauwelijks blik’. Phelps wordt gehaald om met de (jonge)mannen medailles te behalen. Dames mogen pas in de jaren 30 tijdraces roeien.

Willem III, 1926, ‘óp de Amstel’, 1926

John Lesley Phelps in skiff ‘Oom Chris’, 1925

Phelps is roeier en telg uit een bekende familie van roeiers en botenbouwers.
Hij is in Londen opgeleid door roei-icoon Steve Fairbairn. Willem III haalt een dikke vis binnen, al is hij slechts 22 jaar. Van overzee meldt Phelps dat hij vereerd is en dat hem is gevraagd een tipje van de sluier te lichten van zijn methodes. ‘Welnu dit lijkt mij niet verstandig. Een commandant openbaart zijn strijdplan niet voor hij de aanval heeft ingezet.’ Wel schrijft hij dat hij van Willem III een speler van belang wil maken in de Nederlandse roeiwereld.
Drie weken later wacht een clubdelegatie Phelps op als hij op Amsterdam CS arriveert. Diezelfde middag ontmoet hij in het clubgebouw de raceroeiers. Hij hospiteert (vermoedelijk) op een kamer dichtbij de club, in de Tolstraat. Als hoofdtrainer wordt van hem verwacht dat hij hele dagen op de club aanwezig is. Het clubblad meldt: ‘Kameraden ’t spel gaat beginnen!’


De eerste wedstrijd is over drie maanden: de Hollandia op de Oude Rijn.
In maart 1925 verschijnt Phelps’ tweede artikel. ‘Racing-men’, begint hij, ‘ik heb gemerkt dat de verwachtingen hoog zijn. Ik kan ze echter niet alleen waarmaken. Ik moet kunnen rekenen op jullie loyaliteit en scherpte. Wij Phelpsen schenken onze diensten niet aan Jan en alleman. We hebben een goede reputatie en dat wil ik graag zo houden. Weet daarom dat jullie niet alleen voor de goede naam van jullie club roeien, maar ook voor die van mij.’
Een maand later schrijft hij: ‘De belangstelling is groot en dat is gunstig, want dat betekent dat we tijdens wedstrijden op toejuichingen mogen rekenen.’ Hij geeft tevens een karakterschets van een goede pupil. ‘I do not want grumblers, but real tryers.’ Doorzetters wil hij, geen zeurpieten. Later die week zal hij de selectie bekend maken voor de eerste race. Er zullen driemaal een ‘4’, een ‘2’ en een skiffeur worden afgevaardigd. En (‘of course’) een 8+.
Verreweg de grootste belangstelling gaat uit naar die acht. Een acht is het hoofdevenement op wedstrijden en het visitekaartje van een club. Spektakel. Als een acht goed draait dan zijn tempo en snelheid ongekend; dan bewegen acht roeiers als één lichaam. Maar om dat voor elkaar te krijgen, moet wel álles kloppen. En wat zijn drie maanden?

20 maart 1925

Otto Lohmann (boeg), Barend Roodhart (slag), John L. Phelps (stuur), 1925
Willem Poth (boeg), S. de Haan (slag), John L. Phelps (stuur), 1925

De wedstrijddag nadert.
De coach werkt op de Amstel aan een haal die hij omschrijft als ‘a long pull, a strong pull, and a pull altogether.’ De acht kampt echter met een slagman die door een steenpuistkwaal vele trainingen moet missen. Phelps houdt moed en spreekt zijn eerste woordje Nederlands: ‘Heeren’. Zijn toon richting zijn roeiers is vaderlijk. ‘Ik kan niet elk uur van de dag bij jullie zijn. Maar als ik er niet ben, is het jullie taak zelfstandig te trainen, goed te eten, te doen wat goed voor je is.’ Ook spreekt hij wéér over omstanders en verwachtingen: ‘Wen er maar aan dat alles wat je als mens doet zal worden bekritiseerd (..). Ik, ik geef er geen barst om. Wat ik van jullie verlang is te doen wat ik vraag. Handel met dezelfde toewijding als ik, want dan heb je (..) de race al half gewonnen.’


Op 19 juni 1925 prijkt op het omslag van het clubblad een foto van een ‘2 met stuurman’.
Een eerste wedstrijd is verroeid. Winst voor deze Willem III’ers. Hoezee. Er is een tweede prijs voor de skiffeur. Maar de acht? Redacteur Gerard C. schrijft: ‘De ploeg verloor door het veel te hooge tempo met 6 lengtes en dat was een schande. Hopelijk zal het echter op de ‘Koninklijke’ dankzij deze lessen beter gaan, maar wij betwijfelen het.’
De kritiek neemt toe. Phelps zou een verkeerde selectie hebben gemaakt. ‘Gelukkig dat deze ploeg niet meer bestaat’, schrijft een clubgenoot vilein.
Phelps doet er het zwijgen toe. Hij heeft nog twee weken.


Op 20 juni om 7 uur 50 is het zover – de acht wordt op de Hollandia weggeschoten voor de eerste heat.
De samenstelling van de ploeg is veranderd. Clubblad nummer 6 telt acht pagina’s. Onder `CLUBBERICHTEN´ staat een mededeling over tijdschriften die van de leestafel verdwijnen: ‘Die Heeren, hierboven bedoeld, verzoeken wij vriendelijk deze handelwijze te staken.’ Als bladvulling een ronkende volzin: ‘Werft nieuwe leden voor Willem III.’ Maar wat wordt er over de race gemeld? Het woord is aan de coach: ‘Over de voorbije wedstrijden zal ik niet beginnen. Jullie weten hoe jullie gepresteerd hebben. De vier, de twee met stuurman en de skiffeur, hebben prima resultaten behaald. Wat mijn acht betreft… Daarvoor voel ik spijt. Spijt dat ik ze geen succes heb kunnen brengen.’ De ploeg was de voorwedstrijd doorgekomen maar in de finale hadden ze niets in de melk te brokkelen. Het korte seizoen eindigt in mineur.

Nederlandsche Sport, 12 juni 1925

Afscheid van John Phelps, oktober 1925

Op de club zijn er veel ontevreden geluiden te horen over de betaalde coach.
De roeiers daarentegen lopen met Phelps weg. In november dat jaar staat in het cluborgaan een gedicht met als titel: ‘Good Bye! From a friend in the name of all friends to a friend.’ Het gedicht spreekt van: ‘We lost a serviceable friend/ you were a boy amongst the boys/ you taught us how to start and spurt and how to smile when loosing a race.’ Met een feestelijk diner wordt er afscheid van de coach genomen. De jazzband speelt machtig als Phelps binnentreedt. Het Engelse volkslied klinkt. Daarna het clublied en het Wilhelmus. De coach krijgt een lauwerkrans omgehangen. Als hij zijn rede uitspreekt klinkt het: ‘Toen ik hier kwam, was alles nieuw voor mij. (..) Ik heb zoveel handen geschud dat het lijkt of ik meer vrienden heb gemaakt dan raceroeiers.’
De maandag daarop vertrekt hij om 9u01 met de trein naar Hoek van Holland. Een roeier telt meer dan dertig koppen op het perron.


Twee maanden later, december 1925, volgt een bericht uit Engeland.
Phelps laat weten dat hij onder de indruk was van de vriendschappelijkheid en de roeiprestaties. Goed, er waren tegenslagen, maar ook goede momenten. Hij geeft zijn racevrienden het advies de toekomstige trainer hun volledige overgave te schenken, alles te geven wat ze in huis hebben. Hij bedankt zijn pupillen dat zij achter hem zijn blijven staan. Hij besluit met: ‘You are a Club in the making, your rowing shows that you have your say, the one or two prizes won, proves that you are having your share. That it can be better, and that it will be better I have no doubt. Gentleman – Dag!’

16 december 1925


En daarmee komt er een eind aan het seizoen.
Phelps zit weer aan de thee met melk en in Amsterdam roeien de jongens voort zonder hun coach.
Wat restte er van zijn aanwezigheid? Het eerste clubblad van 1926 biedt uitsluitsel:

Phelps werd in 1926 een nieuw contract aangeboden. Het spel kon weer begonnen. In 1927 werd hij om financiële redenen ‘niet wederom geëngageerd’.


Tot 1983 bleef Phelps middels brieven en kaarten contact met de vereniging houden.
In 1983 vermeldt het clubblad zijn overlijdensbericht.

1946
1965
1968
1980
1983