Papier maché
In de Verenigde Staten zijn boten van papier enige tijd populair geweest. George Waters, zoon van Elisha Waters, een papierfabrikant in Troy in de staat New York, kreeg in 1867 voor een gemaskerd bal een masker van papier-maché in handen. Hij vond het masker te duur, vroeg het te leen en maakte er thuis een mal van. Omdat hij al eerder een lekke boot had gerepareerd met papieren proppen, kwam hij op het idee om op een mal boten van papier-maché te maken.
Hij had zijn tijd mee. De tweede helft van de negentiende eeuw was de tijd van industriële ontwikkeling. De burger kreeg meer vrije tijd en kanoën en roeien groeiden sterk in populariteit. De papieren boot gaf nieuwe perspectieven. Bovendien was papier goedkoop en de productie eenvoudig.
Productie
In de fabriek van E. Waters & Sons werd over een massief houten mal papier-maché aangebracht met uitsparingen voor kiel en gangboord. Na het drogen werden houten en metalen onderdelen ingebracht en kon de romp worden gepolijst en afgelakt tot hij blonk ‘als een gepolitoerde piano’. Het resultaat: een vederlichte boot, gemakkelijk te repareren, zeer stijf, vormvast en niet gevoelig voor temperatuurschommelingen. Bovendien was papier in elke gewenste vorm te modelleren, wat met hout veel moeilijker was.
De gevestigde botenbouwers deden de papieren boot af als belachelijk, maar konden niet om de feiten heen. Boten van papier-maché wonnen races. Toen in 1869 een papieren ongestuurde vier, de Nautilus, een wedstrijd won van een houten gestuurde zes, brak een succesvolle periode aan.
In de fabriekscatalogus van 1878 werden 44 verschillende boottypen aangeboden, waaronder kano’s, roeiboten en zeilboten. In dat jaar won de papieren acht van Columbia College de Visitor’s Cup in Henley. De boot werd vervolgens gekocht door First Trinity College in Cambridge, maar die heeft nooit meer een race gewonnen.
Brandbaar
Helaas bleken papieren boten een beperkte houdbaarheid te hebben. En belangrijker nog, roeiers en clubs hadden er weinig vertrouwen in. Buiten de Verenigde Staten kreeg de papieren roeiboot geen voet aan de grond.
De concurrentie van de bouwers van houten boten was hevig. Na twintig jaar groei nam tegen het einde van de negentiende eeuw de verkoop van de papier-maché boot geleidelijk af. In 1901 vloog de fabriek van E. Waters & Sons in brand, onopzettelijk veroorzaakt door George zelf bij soldeerwerk aan een papieren boot. De verzekering keerde te weinig uit voor een herstart van de fabriek en daarmee viel het doek voor de papieren boot.