Met de vernietiging van het klooster van Lindisfarne voor de kust bij Berwick-upon-Tweed, vlak onder de huidige Schotse grens, begon op 8 juni 793 de tijd van de Vikingen. Hun reizen gingen per boot, in gezeilde en geroeide boten.
De Vikingen namen hun overnaadse botenbouwwijze met zich mee.
Vanuit vooral Noorwegen en Denemarken richtten ze hun stevens op West-Europa. De Zweedse Vikingen oriënteerden zich meer op het oosten en zuidoosten, tot aan de Zwarte Zee en nog verder.
Noorse Vikingen
Noorse Vikingen gingen vooral op tocht naar Ierland, Schotland, Wales en Cornwall. Orkney, Shetland, Schotland en de Hebriden werden onderdeel van het Noorse rijk, net als een stuk van Noord-Engeland. Daar vestigden Noren zich permanent. Ze namen van alles mee, hun vee, hun gewoonten, hun taal, hun boten, hun botenbouwwijze, en later ook hun gezinnen. De oorspronkelijke cultuur van de Picten in Noord-Schotland en de Schotse eilanden vaagden ze weg. Orkney en Shetland bleven tot het jaar 1472 onder bestuur van het Noorse rijk, waar in die tijd de Deense koning Christiaan het voor het zeggen had. Toen hij wilde trouwen met de dochter Margaret van de Schotse koning James II maar de bruidsschat niet kon betalen, verviel het onderpand dat hij gegeven had, namelijk Orkney en Shetland, aan de Schotse koning.
Deense Vikingen
Deense Vikingen namen het noorden en oosten van Engeland voor hun rekening. Ze koloniseerden het gebied en integreerden met de plaatselijke bevolking. Het gebied werd later het Danelaw-gebied genoemd.
Normandië
Een van de Viking-koningen, Rollo, vestigde zich vanuit het Danelaw-gebied in wat nu Normandië heet, Terra Normannorum, met het huidige Rouen als hoofdstad. Vanaf het jaar 911 was hij daar leenheer en werd daar steeds meer Noors gesproken. Hij overleed in 933, zijn graf is te zien in de kathedraal van Rouen, de hoofdstad van Normandië.
In 1066 stak een leger Normandische Noormannen in hun overnaadse boten het kanaal over en veroverde Engeland.