Dinsdag 30 maart 1841


Het begin?

Dit jaar wordt veelal gezien als het begin van het vrijetijds-roeien in Nederland. Dat is discutabel aangezien er voor die tijd al minstens twee roeiverenigingen bestonden, Amicitia en Eendragt, allebei in Rotterdam.


Koning Willem II

Koning Willem II (1792-1849) was in 1840 ingehuldigd. Het jaar daarop maakte hij een kennismakingsrondje door Nederland. Hij bezocht op 29 en 30 maart 1841 Rotterdam, hij had zijn vrouw en kinderen Willem, Alexander, Hendrik (1820-1879) en Sophie meegenomen.
Hendrik bezocht op zijn zeventiende al Nederlands-Indiƫ, en maakte in het kader van zijn marineloopbaan nog veel meer verre zeereizen. Hij was erg onder de indruk van het bezoek aan Rotterdam, met name van de tweede dag.


Feestdag aan de Maas

Dinsdag 30 maart 1841. Het gezelschap bezoekt Fijenoord, op Zuid. Voor de overtocht van de Maas ligt de Koninklijke Sloep klaar. Een groep van 20 roeiers en coach annex stuurman J. Modera, die hen de afgelopen tijd dagelijks getraind heeft, staat op ’s Rijks Werf, waar de sloep in de jaren 1816-1818 gebouwd is, te popelen om het hoge gezelschap aan boord te nemen. De sloep voert op de achtersteven de koninklijke standaard, op de boeg het rood-wit-blauw.
10.30 uur. Het hoge gezelschap komt per koets aan bij ’s Rijks Werf. De roeiers worden aan de koning voorgesteld en gaan naar de sloep.

Rechts een Rotterdamse eeresloeproeijer met daarachter de koninklijke sloep | Uit Gedenkboek der inhuldiging en feesttogten voor zijne majesteit Willem II 1840-1842

Met al de juistheid van bevaren Zeelieden doet men de twintig riemen nedervallen, en het prachtig vaartuig streeft, met snelheid en gelijke slagen voortgeroeid, de haven van ’s Rijks Werf uit, en verschijnt op de rivier. Een talloze menigte van sloepen en bootjes omringt het Koninklijke vaartuig. De Koning betuigt menigmaal zijn welgevallen over de juistheid en orde waarmee de Sloep wordt geroeid.

12.30 uur. Na bezoek aan verschillende schepen op de stroom roeit de sloep het gezelschap terug naar ’s Rijks Werf waar de dames de koets naar Den Haag nemen. Direct daarna laten de koning en zijn zonen zich naar Fijenoord roeien en bezoekt daar enkele schepen en de scheepswerf annex stoommachinefabriek. Ook maakt hij een rondvaart aan boord van de daar gebouwde ijzeren Stoomboot De Rijn.

De overtocht van het koninklijk bezoek naar de werf Fijenoord. Schilderij Q.M.R. Ver Huell

Wind en regen

Inmiddels is het gaan hozen en waaien. De gastheren bieden de koning aan per stoomboot terug te gaan naar ’s Rijks Werf. Maar die wil geroeid worden, en zo gebeurt het. Het baldakijn zit vandaag niet op de sloep vanwege de wind, dus iedereen wordt lekker nat.

De koning, op ’s Rijks Werf weergekeerd, betuigt opnieuw zijn uiterste tevredenheid over de ijver waarmee de roeiers zich van hun taak, zo handig en vlug, gekweten hebben.

Diner

Tijdens het diner op die dag had prins Hendrik zijn tafelgenoot en gastheer Quirijn Ver Huell ingefluisterd dat het hem een goed idee leek in Nederland en roei- en zeilclub op te richten. Die club zou het doel moeten hebben jongelui klaar te stomen tot volwaardige zeelui en scheepsbouwers. Er gebeurde vervolgens niets, dus pakte prins Hendrik eind 1845 de draad weer op. Hij nodigde de eresloeproeiers van 30 maart 1841 uit om de kern te vormen van de club.
Dit zou grote gevolgen hebben voor de roeisport, al moesten we nog ruim vier jaar wachten.

Eeresloeproeijers

De namen van de sloeproeiers zijn bewaard gebleven


‘Het kostuum bestond uit een blauw buis, met witte zijde gevoerd, wit vest, blauwe broek, oranje gordel om het midden, en een zwarte glimmende hoed, met groen en wit lint versierd’, zo schrijft Demelinne, 1842, pagina 92

Fragment van het schilderij van Ver Huell


Bronnen:

  1. J.F. Demelinne, 1842: Gedenkboek der inhuldiging en feesttogten van Zijne Majesteit Willem II, 1840-42
  2. Q.M.R. Ver Huell, 1848: De Koninklijke Nederlandsche Yachtclub