De Koningssloep op de Nieuwe Maas voor ’s Lands Werf, Rotterdam, 1826 | Door Quirijn Ver Huell | Bron Stadsarchief Rotterdam
Bouw
Het ontwerp van de Koningssloep kwam van een 21-jarige onderconstructeur derde klasse, Cornelis Jan Glavimans, telg uit een geslacht van scheepsbouwmeesters. Hij was al vanaf zijn dertiende in het vak gedrild, bleek een groot talent te zijn en zou uiteindelijk opklimmen tot hoofdingenieur-directeur. Glavimans is bij de bouw van de Koningssloep waarschijnlijk geïnspireerd door ontwerpen van de Zweed Fredrik Henrik af Chapman die ze in 1768 in Architectura navalis mercatoria had gepubliceerd.
Gebruik
Het zou 23 jaar duren voordat de sloep voor het eerst bij een officiële gelegenheid werd gebruikt. Kort na zijn inhuldiging heeft koning Willem II een officieel bezoek aan Rotterdam gebracht, met alle toeters en bellen en publiek op de wal. Daarbij hebben 20 roeiers hem over de Nieuwe Maas geroeid.
Voordien hadden de ‘eeresloeproeijers’ wel uitgebreid geoefend, en nadien is de sloep vaker gebruikt.
Laatste keer in 1962
Er is geen logboek van het gebruik van de sloep bijgehouden, naar schatting heeft hij een keer of dertig gevaren. Koningin Wilhelmina heeft er waarschijnlijk het meest in gevaren. Tijdens de regeringsperiode van Juliana was dat maar enkele keren. De laatste keer was bij haar regeringsjubileum in 1962. Hieronder beelden van 30 april 1962, voorlopig de laatste vaart, met adelborsten aan de riemen die daar uitgebreid voor geoefend hadden. In het boek De Koningssloep komen de roeiers allemaal aan het woord.
Regels
Met leden van het koningshuis aan boord moet het roeien aan strikte regels voldoen. Na elke haal worden de riemen drie seconden stil gehouden. Hierdoor ontstaat een sierlijke en waardige slag, waarbij de boot elegant en schijnbaar moeiteloos doorglijdt: de ‘paradehaal’. Het baldakijn en de uitbundige versiering maken de boot tamelijk windgevoelig, wat sturen moeilijk maakt. Ook mag de sloep volgens het protocol niet remmen maar moet hij vaart minderen door uit te drijven. De roeiers zelf mogen uitsluitend naar hun eigen blad kijken. Dat is speciaal voor de voorste roeiers een uitdaging, want hoe moeten zij precies tegelijk stilhouden en roeien als zij elkaar niet kunnen zien? Bakboordroeier Gerard Acda vertelt in het boek De Koningssloep hoe ze dat in 1962 oplosten: ze hielden contact met hun knieën en slaagden er zo in om precies gelijktijdig de beweging in te zetten.
In het museum
Na die laatste vaart in 1962 raakte de sloep buiten gebruik. Sinds 1983 heeft Het Scheepvaartmuseum de sloep in beheer. Dertig jaar later was de sloep aan een grondige restauratie toe.
De gerestaureerde sloep heeft sinds oktober 2015 z’n eigen Schiphuis bij het museum. Bij die gelegenheid heeft het museum het boek de Koningssloep uitgegeven.
Wat
- Staatsiesloep
- Ontwerp Cornelis Jan Glavimans
- Bouwer Rijkswerf Rotterdam
- Karveelbouw
- Eikenhout
- Bouwjaar 1818
- Lengte 17 m
- Gewicht 6 ton
- Roeiplaatsen 20