In maart 1819 keerde het fregat de Admiraal Evertsen uit Nederlands-Indiƫ terug. Het schip bleek niet goed waterdicht te zijn gemaakt en maakte voor het eiland Diego Garcia in de Indische Oceaan water. Op 18 april gelastte de gezagvoerder Buyskes daarom algehele ontscheping. Kapitein Maurits Ver Huell weigerde in eerste instantie dit bevel op te volgen. Daarom werd hij op non-actief gesteld, hij moest omzien naar een betrekking op de wal. Hij zocht troost in de biologie en de kunst.
Hij vond in 1822 de nederige betrekking van onderequipagemeester aan de Rijksmarinewerf te Rotterdam maar schopte het daar uiteindelijk tot directeur. Wegens bezuinigingen werd de werf in 1850 gesloten, Ver Huell ging met pensioen.
Bron Het dagboek van Alexander Ver Huell 1860-1865, De Walburg Pers, Zutphen 1985