Het aarzelende begin: een overzicht


Koningssloep

Op ’s Rijks Werf in Rotterdam was in 1816-1818 de Koningssloep gebouwd. Een groep jongelui van gegoede komaf bekwaamde zich in het roeien in die twintig-riemer.

De Koningssloep | Afbeelding uit Philippona: Onze watersporten, 1918

Amicitia

De jongelui roeiden onder de naam Amicitia. In 1813 was in Rotterdam de Groote Sociëteit Amicitia ontstaan uit een fusie van Amicitia en de Groote Sociëteit.
Op 30 maart 1841 roeiden twintig roeiers koning Willem II en zijn zoon prins Hendrik over de Nieuwe Maas. De namen van de meeste roeiers komen ook voor op de lijst van commissarissen (bestuursleden) van de Groote Sociëteit Amicitia.


Quirijn M.R. Ver Huell (1787-1860)

Quirijn M.R. Ver Huell was in die tijd directeur van ’s Rijks Werf in Rotterdam. Bij de feestdis in het Rotterdamse stadhuis op 30 maart 1841 heeft prins Hendrik tegen hem gezegd dat hij vond dat er een vereniging zou moeten komen die belangstelling voor alles rond het zeewezen moest opwekken. Volgens Ver Huell beschouwde prins Hendrik de twintig sloeproeiers direct als de kern van zo’n vereniging.


Koninklijke Nederlandsche Yachtclub

In december 1845 liet prins Hendrik weten dat hij voornemens was in Rotterdam een zeil- en roeiclub op te richten.

Hoofddoel:
De lust tot het zeewezen op te wekken en aan te moedigen en jongeren van jongs af aan te leren omgaan met roei- en zeilboten op binnenwateren en op zee.

Prins Hendrik zelf bepaalde de naam: Nederlandsche Yachtclub. Hij werd direct benoemd tot voorzitter voor het leven. Doordat koning Willem II bij de oprichting op 5 januari 1846 het beschermheerschap op zich nam, kwam het woord Koninklijk voor de naam te staan.


Eerste roeiwedstrijden

Op 10 juni 1846 organiseerde de Koninklijke Nederlandsche Yachtclub de eerste wedstrijden in Rotterdam en op 10 september in Amsterdam.


Nederlandsche Zeil- en Roeivereeniging

De Koninklijke Nederlandsche Yachtclub zou naar het idee van prins Hendrik een landelijke vereniging moeten zijn. Al snel bleek dat dat niet werkte. In Amsterdam werd op 16 december 1847 dan ook de Nederlandsche Zeil- en Roeivereeniging opgericht, met dezelfde doelen als de eerste. In 1852 kreeg ook die het predicaat Koninklijk. Het is de oudste nog bestaande watersportvereniging in Nederland, nu met thuisbasis in Muiden.


Roeivereeniging De Hoop

Ook in 1848 werd in Amsterdam De Hoop opgericht nadat op 26 mei, ’toevallig’ tijdens een bezoek van alweer prins Hendrik, zes mannen in een zesriems giek een stukje geroeid hadden.


De Maas

De roeiers binnen de Groote Sociëteit Amicitia werden in 1851 lid van De Maas, toen die vereniging opgericht werd. Toen de KNYC op 5 mei 1880 werd opgeheven, nam De Maas al het materiaal van die club over.


De Dordtsche

In 1851 werd de Dordrechtsche Roei- en Zeilvereeniging opgericht. Die had het moeilijk, in 1860 leek de vereniging in het niets opgelost te zijn, en pas in 1875 weer tot leven te komen. Toch heeft de club al die tijd bestaan.


Nog twee verenigingen

Het Amsterdamse Cloanthus – dat mooie wedstrijdresultaten behaalde, en de roeivereniging in Harlingen hebben de tand des tijds niet doorstaan.


De eerste studenten

In 1869 was in Utrecht de roeivereniging De Vliegende Hollander / Het Spookschip actief: de eerste studentenvereniging. Het begin van de studentenroeicultuur. Met de komst van Njord en opvolgers in andere studentensteden werd het studentenroeien een blijvertje.

Gebeurtenissen


Amicitia aan de Zuidblaak, Rotterdam | Uit: Het ontstaan der Groote Sociëteit Amicitia door J. Unger

Quirijn Maurits Rudolph Ver Huell, 1812 | Anoniem | Museum Arnhem GM 00815

Penning van de Koninklijke Nederlandsche Zeil- en Roeivereniging | David van der Kellen (1804-1879) | Bron Rijksmuseum

Het begin van De Hoop

Het begin van De Hoop | Algemeen Handelsblad, 29 mei 1848 | Bron delpher.nl