Categorie: Nieuwsbrieven

Het Roeimuseum | 8 januari 2024

Gouden riem en Golden oar


Onze vorige nieuwsbrief ging over ‘De gouden riem van 1892’. We verwachtten natuurlijk dat Karolien Florijn de volgende zou zijn in de illustere rij van skiffeurs die het kleinood een aantal jaren in bezit zou krijgen. Op 7 januari, bij De Amstel, werd het vermoeden in een feestelijke setting bevestigd. Karolien, gekleed in een passende jurk, ontving de riem van Marit van Eupen, haar voorganger.


De Golden oar?

Verschillende Nederlandse roeiers hebben thuis ook een gouden riem liggen, althans, een ‘Golden oar’. Maarten Helle vond er twee bij zijn moeder thuis.
Wat is dat dan? Een zoektocht in de clubbladen van Willem III en wat rondvragen gaf het antwoord.
In 1953 organiseerde de Antwerp Sculling Club (ASC) op het Albertkanaal voor het eerst ‘haar Golden Oar, een voorseizoense internationale roeiwedstrijd voor achten’, zo staat het in ‘De hoogtepunten van de historiek van onze geliefkoosde club‘. Tot wanneer die wedstrijd bestaan heeft, is niet duidelijk, maar zeker is dat er Nederlandse ploegen naartoe gingen, in elk geval van Willem III. Het oudste en mooiste verslag dat we daarvan konden vinden was dat van de editie 1960.

Een van die jeugdroeiers van 1960, Hans Veenstra, roeit nu nog steeds, bij Hemus. En, zonder zich daarvan bewust te zijn, heeft hij met zijn Golden oar de traditie van onze Gouden riem gevolgd. Hij schrijft:

In 2014 had de redactie van ons clubblad het idee om het jongste samen met het oudste lid van Hemus te interviewen. De oudste was ik (80), en de jongste was Jip Swildens (13). Ik wist dat Jip een enthousiaste jeugdroeister was met aspiraties om te gaan wedstrijdroeien. Bovendien was Jip de dag van het interview jarig, en het leek mij leuk om haar een cadeautje te geven dat gerelateerd was aan het roeien. Ik heb Jip toen mijn Golden Oar gegeven.

De in 2014 dertienjarige Jip Swildens met de Golden oar uit 1960

De Golden Oar van 1962 die hogerop te zien is, is gewonnen door een ploeg met onder meer Piet Helle.

De Antwerp Sculling Club heet sinds 1971 ARV Sculling en heeft z’n thuis op de roeibaan van Hazewinkel, het Albertkanaal was te druk geworden. De strijd om de Golden oar behoort tot het verleden.



Het Roeimuseum | 21 december 2023

De Gouden Riem van 1892


Op 7 januari wordt bekend gemaakt wie de zevende bezitter van de Gouden Riem wordt. ‘De Gouden Riem’ is een skiffeursprijs pur sang voor Nederlandse roeiers die in de skiff het hoogste halen’ zegt de website van De Amstel, waar ‘Stichting De Gouden Riem van 1892’ haar adres heeft. Bestuursleden van die stichting zijn onder meer de vroegere goudenriembezitters Jan Wienese en Frans Göbel.


De geboorte van de Gouden Riem

De enige foto van de winnende race van Ooms in Henley

De geschiedenis van de Gouden Riem gaat terug tot 1892. Toen werd Janus Ooms na zijn overwinning van de ‘hoofdprijs’ in Henley, de Diamond Challenge Sculls, uitbundig ingehaald in Rotterdam, Leiden, Haarlem en uiteindelijk Amsterdam. De voorzitter van zijn vereniging, Neptunus, schonk hem toen een 15 centimeter lang riempje van 18 karaats goud. Er zaten drie oogjes aan, omdat Ooms in de skiff Nederlands kampioen was, Frans kampioen, en de Diamond Challenge Sculls had gewonnen.


De tweede houder

In 1921 won Frits Eijken (Laga) diezelfde wedstrijd in Henley. Dat was voor Ooms aanleiding om de Gouden Riem aan hem te schenken. Er werd ook een sigaar naar Eijken genoemd.


Eijken stelt een traditie in, en die leeft voort

Bert Gunther (De Amstel) was in 1929 de volgende Nederlander die de Diamond Challenge Sculls won. Eijken overhandigde hem de Gouden Riem met onder meer de woorden ‘Mag het traditie worden dat elke Hollandse winnaar van de Diamond Sculls deze gouden riem aan zijn opvolger overdraagt’. Dat gebeurde niet, maar Jan Wienese (De Amstel) werd in 1968 olympisch kampioen. Hij droeg de riem in 1989 over aan wereldkampioen Frans Göbel (De Hoop), en de huidige houder is Marit van Eupen (Euros), na haar wereldkampioenschap van 2005.

Van Eupen met de Gouden Riem | Bondsblad ‘Roeien’, maart 2006

De zevende?

Wie de Gouden Riem op 7 januari 2024 krijgt, is nog niet bekend gemaakt. We laten het vakje nog even open maar er zoemt maar één naam rond.



Het Roeimuseum | 5 november 2023

Een medaille uit Rotterdam uit Australië


We kregen een mailtje vanuit Australië: ‘Hello I’VE GOT TWO COINS OF VERBONDEN ROTTERDAMSCHE ROEI VEREENIGINGEN see picks Are you interested? Cheers’. De foto’s spraken voor zich:


Korte tijd later lagen ze bij Het Roeimuseum in de bus. Het is dan de sport om uit te zoeken wie deze medailles had gewonnen. Zoals zo vaak was delpher.nl de bron die het antwoord gaf, en dat leverde meer dan alleen dat antwoord op.


Inter-Rotterdamsche roeiwedstrijden

Beide medailles zijn uitgereikt tijdens de Inter-Rotterdamsche roeiwedstrijden. Dat waren wedstrijden tussen de vier Rotterdamse roeiverenigingen Nautilus, De Maas, Trekvogels en de Deutscher Turn- und Ruderverein, met later ook deelname van de Dordtsche. Doel van de wedstrijden was nieuwe, beginnende roeiers kennis te laten maken met het wedstrijdgebeuren.

Eerste editie
De eerste editie was op zaterdagavond 19 juli 1924. Het roeiwater was dat van de Nieuwe Maas, met start bij de Oude Plantage – waar Nautilus en De Maas nu nog steeds te vinden zijn – en finish bij de Maasbruggen: 2100 meter over heel woelig water met een fijne bocht erin. Het enige nummer dat was uitgeschreven was eerstejaars junioren in vierriemsgieken. Twee boten van Nautilus en één boot van elk van de andere drie verenigingen lagen die avond om kwart voor acht aan de start.

Diskwalificaties
Bij de eerste haal trok de slagroeier van de Trekvogels zijn dol kapot. De Rotterdamse Duitsers roeiden voorop. Achter hen ging De Maas buiten de boeien, blindelings gevolgd door beide boten van Nautilus. De Deutsche Turn- und Ruderverein werd als enige niet gediskwalificeerd en won dus, na een race met ‘een sneu beloop’, zoals het Rotterdamsch Nieuwsblad schreef.


5 juli 1931

Het aantal nummers in de wedstrijd werd met de jaren groter. In 1931 waren dat er negen, waaronder achtriemsgieken en damesstijlroeien in vierriemsgieken, en de wedstrijd werd nu iets meer stroomopwaarts gehouden, op het laatste stukje van de Hollandse IJssel.
Een van de nummers was dat van de dubbele wherry’s, waarvan op de krantenfoto enkele deelnemers te zien zijn. Wie wie is op de foto, dat weten we niet. Maar we weten wel wie de winnaar was bij de dubbele wherry’s: de Dordtsche. Een van die drie roeiers heeft dus aan het eind van de middag in het Nautilus-gebouw aan de Oude Plantage de zilveren medaille in ontvangst genomen.

Rotterdamsch Nieuwsblad 6 juli 1931 | Bron delpher.nl

26 juni 1936

De medaille van 1936 zet ons voor de vraag of het brons betekent dat het een tweede plaats betreft – een eerste plaats was immers in 1931 goed voor zilver -, of toch de winnaar, of gewoon een herinneringsmedaille voor alle deelnemers.
Aan het nummer dat op de medaille gegraveerd is, overnaadsche twee, namen vijf boten deel. Winnaar was de Dordtsche, tweede de Deutsche Turn- und Ruderverein, derde en vierde De Maas en tot slot Nautilus.
Ook in het stijlsnelroeien in vierriemsgieken over 800 meter was de Dordtsche succesvol. Die ploeg, met vanaf boeg mej. J. Tappe, C. Schudi, M. Harthoorn, W.C. Post en stuur T. Uitenboogaard, kwam de volgende dag op de foto in de krant.

Rotterdamsch Nieuwsblad 29 juni 1936 | Bron delpher.nl

Laatste editie
De laatste editie van de Inter-Rotterdamsche roeiwedstrijden was op 2 juli 1939. De jonge vier was toen nog steeds het hoofdnummer, en de Dordtsche won.


Australië?

Hoe de medailles in Australië terecht gekomen zijn, is (nog?) niet bekend. De gulle gever weet het niet, maar hij heeft wel een Nederlandse achternaam. Wellicht komen we het nog te weten, want we blijven ook dat onderzoeken.


Struin regelmatig door Het Roeimuseum


Het Roeimuseum | 13 mei 2023

Expositie en documentaire The art of rowing


Bij de Baarnse Watersportvereniging de Eem is deze zomer de expositie The art of rowing te zien. Er hangen replica’s van een selectie uit de kunstwerken die Kees van Bueren tot dusverre in Roei! heeft behandeld. De expositie is onderdeel van de viering van het honderdjarig bestaan van de vereniging.

In de filmzaal van Het Roeimuseum is de documentaire te zien die Frank van Eijk met Kees van Bueren bij de expositie maakte.


Struin door Het Roeimuseum


Het Roeimuseum | 28 april 2023

Thetis, Thetis en Thetis


Θέτις is in de Griekse mythologie een zeegodin, dochter van Nereus. Niet zo gek dus dat ex-gymnasiasten roeiverenigingen naar haar noemden. Dat is driemaal gebeurd.

Thetis, 1888-1891, Amsterdam

Een in de Amsterdamse roeiwereld bekende familie, Van Heemstede Obelt, richtte het eerste Thetis op, op 1 juli 1881. Het was de eerste roeivereniging alleen voor vrouwen.
Die Van Heemstede Obelts waren nogal actief. Scheepsbouwmeester Cornelis kwam in 1864 vanuit Zwolle naar Amsterdam en startte daar de werf Koning William – een werf die daar tot 2018 bestaan heeft. Zijn zoon Theo bouwde in 1881 in Amsterdam een van de eerste zwembaden. Hij organiseerde daar op 11 juli 1886 de eerste zwemwedstrijd voor vrouwen.

Deze dames roeivereeniging heeft niet lang bestaan, na drie jaar hief ze zichzelf op.


Thetis, Utrecht

Leden van de Utrechtsche Vrouwelijke Studentenvereeniging deden in 1907 een poging om onder de naam Roeiclub De Bockum bij Viking tegen verlaagde contributie lid te worden. Maar dat stond Viking niet toe.
In 1912 wilden drie van hen een eigen roeivereniging oprichten, met de naam Thetis. Maar de vereniging is er door gebrek aan enthousiasme en discussies over geld uiteindelijk niet gekomen.

Lustrumboek UVSV 1899-1914

Thetis, Amsterdam, 1933-1970

Het derde Thetis bestaat nog voort dankzij de Thetissprints die sinds 1969 op de Bosbaan gehouden worden. Dit jaar op 2 juni voor de 53e keer, ook voor mannen.
Dit Thetis was een vrouwelijke studenten roeivereeniging, ontstaan in 1933 als onderafdeling van de Algemene Roei- en Sportvereeniging Amsterdam ARSA toen de dames-roeiers zich losmaakten uit het studentencorps.
ARSA werd in 1936 opgeheven, Thetis kreeg op 27 februari 1936 onderdak bij Nereus in hun eigen Thetishut.

Arnhemsche Courant 28 februari 1936 | Bron delpher.nl

Dit derde Thetis heeft zelfstandig bestaan tot 1970, waarna het fuseerde met Nereus, dat zich toen ook losmaakte uit het Amsterdams Studentencorps.


Heeft jouw vereniging al een zaal in Het Roeimuseum?


Het Roeimuseum | 20 maart 2023

Honderd jaar Baarnse Watersportvereniging ‘de Eem’


20 maart 1923, precies honderd jaar geleden – Op een frisse dinsdagavond vlak voor het begin van de lente kwam een groep van twaalf mannen in Baarn bijeen, de gebruikers van een ‘wherry-huis’ aan de Eem. Zij en nog een paar mannen hadden daar hun wherry’s, ‘cano’s’ en zeiljollen liggen. De gemeente wilde van het beheer de loods af, dus de gebruikers moesten wat.
August Janssen, rijk geworden in Indië, had die wherryloods daar in 1916/1917 neergezet, en ook een zweminrichting – voor baantjestrekkers – en een badinrichting – zeg maar een strandbad – met een badmeesterswoning. Ook liet hij een ijsbaan aanleggen. Dat alles schonk hij na de storm van januari 1916 die het vorige zwembad had verwoest aan de inwoners van Baarn.

Het wherryhuis met de zes witte deuren, tussen de twee zweminrichtingen in | Bron Historische Kring Baerne

Vroege filmbeelden

In een film uit 1929 zijn beelden opgenomen bij de watersportvereniging. Die zijn te zien in de filmzaal van het Roeimuseum. In 1942 schonk de heer Woltman Elpers een fotoalbum aan de vereniging, met een impressie van de roei- en zeilactiviteiten.

Bron archief BWV De Eem

Bootsmannen

De vereniging had een bootsman in dienst. Ze waren vaak streng, vooral voor de jeugd. Die onderhielden de vloot en hielden de roeiers in de gaten. Tijdens hun schafttijden mocht er niet geroeid worden.

Bootsman De Niet voor zijn woning, de voormalige badmeesterswoning | Bron Archief BWV De Eem

Eeuwboek en -films

De vereniging heeft nu een eigen zaal in het Roeimuseum. Ook heeft BWV de Eem een boek uitgegeven om hun eerste honderd jaren te gedenken.


Veel kijkplezier in Het Roeimuseum!


Het Roeimuseum | 28 februari 2023

Zoldervondst


Het gebeurt niet zo vaak dat we een boot op een zolder aantreffen, maar nu was dat toch echt zo. De eigenaar wilde ervan af en benaderde Het Roeimuseum. ‘Kan de boot gered worden?’ was de vraag van Leidenaar Jeroen Hotze. Dat klonk spannend, we gingen erop af. En ja hoor, op z’n kop, droog, helemaal bovenin de schuur, daar ligt/hangt/rust een boot, een overnaadse roeiboot.

Foto Merijn Soeters

Minstens een eeuw oud

Hoe oud? Welk type? Welke staat? Eerst maar eens het plaatje van de bouwer opzoeken, dat zit er nog op. Dat blijkt Werf De Amstel – Dir. Thiebout – Ouder-Amstel. Die werf heeft van 1908 tot 1922 onder die naam bestaan, zo is in het museum te zien. De boot is dus zeker 100 jaar oud.

Foto’s Merijn Soeters

Van Asopos gekocht

De eigenaar, Jeroen Hotze, heeft de boot in de jaren zestig gekocht van de bootsman van Asopos. Het is een dubbele wherry. Hij had ook een skiff, die had hij van Njord, en hij had leren roeien door goed te kijken naar alle coaches die bij zijn huis aan de Oude Rijn met hun roeiers bezig waren.

Therk Hiddesz

Maar met deze boot, die Tjerk Hiddesz blijkt te heten, heeft hij weinig geroeid. Rond 1970, toen Jeroen een poos op reis was geweest, had zijn vader een gevel voor de schuur gebouwd – en zich een beetje vergist in de maten: de boot kon niet meer naar buiten. Sindsdien ligt die daar.

Tehuis gezocht

Wie zin heeft in een leuk restauratieproject, mag de boot hebben. Neem daarvoor contact op met het@roeimuseum.nl. Doe dat wel snel, want Jeroen wil de boot kwijt.


Lees meer over deze vondst in de nieuwe Roei!


Het Roeimuseum | 20 november 2022

‘Dat zal ik nooit meer vergeten’


Tijdens een van mijn laatste bezoeken aan Jan Op den Velde zei hij dat uit de grond van zijn hart: Dat zal ik nooit meer vergeten. Hij had toen verteld over de tweede keer dat hij in Henley meegedaan had, met Laga. Het was 1954, hij was aan het eind van zijn studenten-wedstrijdcarrière.

In 1952 nam hij deel aan de Olympische Spelen – met weinig succes

Zijn verzuchting sloeg niet op het gejuich vanaf de kant, niet op zijn deelname aan de Olympische Spelen, niet op ‘blikken’ die hij ‘getrokken’ had. Nee, het ging over een namiddagje roeien op de Thames, langs de achterkant van Temple Island, het ging gewoon over roeien als zodanig:

‘Helemaal alleen. Zonder stuurman. Hoge bomen die enigszins gebukt over het water hangen. Geen geluid. Slechts het geruis van de belletjes onder de boot. En een regelmatige tik tegen de dol na het verlaten van het blad uit de bijna stille kolk.’

Omslag van de roeimemoires van Jan Op den Velde

Roeimemoires

Jan Op den Velde (1931-2022) nam in 1952 voor Laga en voor Nederland deel aan de Olympische Spelen. Hij won niet, maar het roeien is voor hem van grote betekenis gebleven.
Tijdens de coronajaren is hij zijn herinneringen gaan opschrijven, en maakte er tekeningen bij. Hij stuurde die aan de redactie van Roei!. Ook stelde hij de plakboeken die hij in zijn Laga-tijd  bijgehouden had, beschikbaar.

Een van zijn plakboeken, nu in het archief van Laga | Foto Merijn Soeters

Daaruit is ‘Dat zal ik nooit meer vergeten, roeimemoires van een Lagaaier’ voortgekomen, het tweede deel van de Roei!reeks. In 124 pagina’s volgen we Jan vanaf zijn eerste aantreden als roeier tot en met zijn onvergetelijke Henley van 1954.


Het boek is hier te bestellen.


En veel kijkplezier in Het Roeimuseum!


Het Roeimuseum | 20 oktober 2022

Het eerste blik voor Proteus(-Eretes)

Eerste in Nederland geboren ruimtevaarder


Op 16 oktober 2022 is oud-Proteusroeier Lodewijk van den Berg, 90 jaar oud, overleden.
Hij had zich in 1975 tot Amerikaan laten naturaliseren omdat dat moest van zijn werkgever NASA. Daardoor was hij de eerste in Nederland geboren ruimtevaarder. Van 29 april tot 6 mei 1985 draaide hij rondjes met het ruimteveer Challenger, een halfjaar voor Wubbo Ockels.

bron NASA

Die blaauwe Schuyte 3

Nog in datzelfde jaar doopte hij gekleed in zijn astronautenpak bij Proteus-Eretes een vier-met, Die blaauwe Schuyte, editie 3.

Bron Jaarboek Proteus 1985-1986

Eerste blik

Van den Berg studeerde in Delft en deed in 1952 namens Proteus in de vier-met Die blaauwe schuyte mee aan de Lustrumwedstrijden van Nereus. Samen met Sjef Swinkels – die kort voor de finish kramp kreeg en door de huid van de boot heen trapte -, Loek Dubois, Jaap Terpstra en stuur P. Beckers – die toen hij in het water werd gegooid, riep dat hij niet kon zwemmen – kwam hij 1 seconde eerder dan Triton over de finish. Het was het eerste blik voor Proteus, en dus voor Proteus-Eretes.

Bron rowing-memoraiblia.de

Herinnerd

In zijn geboorteplaats Sluiskil staat een beeld (2013) van Van den Berg, hij had de Zeeuwse vlag meegenomen in het ruimteveer. In 2018 is in Terneuzen een middelbare school naar hem vernoemd, het Lodewijk College. En in 2007 was er al een planetoïde naar hem genoemd: 11430, Lodewijkberg werd de naam.

De vlag van Sluiskil in het ruimteveer | Bron nos.nl

In Delft vaart nog steeds een vier-met Die Blaauwe schuyte, een Empacher uit 2018.


Veel kijkplezier in Het Roeimuseum!


Het Roeimuseum | 5 oktober 2022

60 jaar Wereldkampioenschappen

Zestig jaar geleden, in 1962, werden voor het eerst officiële wereldkampioenschappen roeien gehouden, alleen voor mannen. Het was in Luzern, de stad die toen al een bijzondere plaats was voor de roeisport, op de Rotsee, een rustig meer omringd door heuvels.

De wedstrijden werden daarna om de vier jaar gehouden. Dat veranderde in 1974, weer in Luzern, toen het een jaarlijks gebeuren werd. Vanaf dat jaar konden ook vrouwen en lichte mannen om wereldtitels strijden. Voor de vrouwen was er een eigen week voorafgaand aan het mannenprogramma, een jaar later werd het één geheel. Pas in 1984, in Montreal, werd het WK-programma uitgebreid voor vrouwen in de lichtgewichtklasse.

In 2002 werd bij de WK in Sevilla het pararoeien geïntroduceerd.

In de loop van de tijd zijn er boottypen verdwenen en bijgekomen. Een regulier wereldkampioenschap kent nu 29 bootklassen. Tien voor mannen, tien voor vrouwen, en negen voor het pararoeien, dat drie gemengde klassen kent.

In de skiff

De recente – voor Nederland zeer succesvolle – kampioenschappen gaan vooral de geschiedenis in als die waarbij voor het eerst een Nederlandse roei(st)er in het skiffnummer in de open klasse een gouden medaille behaalde, namelijk Karolien Florijn. Bij de dames haalde in de skiff alleen Hette Borias in 1979 brons. Bij de heren was het tot dit jaar alleen Jan Wienese, in 1966, met de zilveren plak. Melvin Twellaar vergezelt hem nu met dezelfde medaille.

In de lichte skiff waren de successen groter. Harald Punt was in 1974 in Luzern de eerste (zilveren) medaillewinnaar. Daarna volgden Frans Göbel (1x zilver, 2x goud), Laurien Vermulst (4x zilver, 1x brons), Pepijn Aardewijn (1x zilver, 1x brons), Annette Bogtstra (brons), Mirjam ter Beek (zilver), Marit van Eupen (3x goud), Jaap Schouten (1x zilver, 1x brons) en Marieke Keijser (zilver). Aan deze rij sloot dit jaar Martine Veldhuis met zilver aan.
Pararoeier Corné de Koning won dit jaar zijn derde gouden medaille in de skiff. De eerste twee keer, in 2018 en 2019, won Annika van der Meer zilver. 

300

Het aantal door Nederland op de Olympische Spelen en Wereld- en Europese kampioenschappen behaalde roeimedailles, staat nu op 300.

Veel eerder

Toch waren er al een eeuw eerder wereldkampioenen in de skiff, maar dat is een ander verhaal.

The Illustrated Sporting News, 20 juni 1863

Veel kijkplezier in Het Roeimuseum!


Volgende pagina »