Het Roeimuseum | 24 augustus 2021

Tijd om te toeren

Het roeien puur voor de ontspanning begon met flinke aantallen mensen uit de betere kringen in Engeland die in de tweede helft van de negentiende eeuw vrije tijd kregen en bootje gingen varen. Dat woei over naar Parijs, naar Hamburg, naar Nederland. Ze deden dat vooral in boten die wij nu wherry’s noemen. Die boten werden hele populair in Nederland, met en zonder zeil.

Boulter’s Lock in de Thames op een mooie zondag rond 1895| Bron Library of Congress Prints and Photographs Division Washington

Toeren, of toch weer een soort wedstrijdje?

In juli 1909 organiseerde de Nederlandsche Bond voor Lichamelijke Oefening (NBLO) voor het eerst een vierdaagse roeiwedstrijd. Startplaats was Arnhem bij Roei- en Zeilvereeniging De Rijn. Het ging over de IJssel: Arnhem – Doesburg – Deventer – Zwolle – Kampen. Skiffs, een- en tweepersoons wherry’s en zelfs een vierriems outrigged giek deed mee. Die boot, de Daisy, was de snelste, zodat ze met de stroming mee in totaal in acht uur en drie kwartier klaar waren, verdeeld over vier dagen.

Revue der Sporten 28 juli 1909 | Bron delpher.nl

Ook in juli 1910 en 1911 organiseerde de NBLO zulke vierdaagse wedstrijden. Dit keer over de Rijn, via de route Arnhem – Wageningen – Culemborg – Gorinchem – Dordrecht. Daarna raakte het evenement een paar jaar in de versukkeling.


De Rondvaarten: het echte toeren

Het Comité voor Wherrywedstrijden (CvW) organiseerde in 1915 voor het eerst de Vijf Provinciën Toer. Gedurende de zomer konden roeiploegen op zestien controlestations een wimpel ophalen. De route mochten ze zelf bepalen en in een keer volbrengen, wat minstens een week duurde, of door bijvoorbeeld alleen in de weekenden te varen. En ze mochten ook zeilen.
Dat was het echte toeren. Enkelen deden er drie maanden over, sommigen hadden kampeerspullen mee, zoals in het verslag te lezen valt. En voor de deelnemers was er in elk geval een mooie oorkonde.


Een schrale tocht met een mooie oorkonde

Vijf jaar achtereen werd er zo’n tocht als in 1915 gehouden. De laatste, die van 1919, had, met maar elf roeiboten en achttien zeil-roeiboten – zeilwherry’s, weinig deelnemers. Voor de deelnemers was er dit keer een oorkonde die getekend was door Willy Sluiter.

Privé collectie Bert Appeldoorn

Nieuwe initiatieven

Rond het begin van de Tweede Wereldoorlog waren er weer nieuwe initiatieven. Zo organiseerde de roeibond van 12 tot 20 juli 1941 voor het eerst een Frieslandtocht. Ter herinnering daaraan gaf de bond een boekje uit dat geheel te bekijken en te lezen is in het Roeimuseum.

Het Roeimuseum: nu meer dan 600 zalen en zaaltjes groot.
Het is voorlopig nog niet ‘compleet’, als het dat al ooit zal zijn.