Het Roeimuseum | 4 juni 2021

Het museum groeit hard

Verdwalen wordt steeds makkelijker, het museum is nu meer dan 500 zalen, kamers en alkoven groot. Er zitten juweeltjes tussen, en vraagtekens.

Wat wel en wat niet?

We krijgen volop medewerking van verenigingen en archieven. Maar voorlopig is het nog niet vol. Het beeldmateriaal is het belangrijkste, lange teksten zal je in de zalen niet veel zien, behalve in de leeszaal. Dat alles in opbouw is zal je bij een bezoek direct opvallen. Heb je materiaal dat je in het Roeimuseum vindt passen, laat het ons weten!
Bijvoorbeeld over je vereniging, over evenementen, clubgebouwen, roeiers, de oorlog, kunstenaars, de vloot…


Een vraagteken: wie, waar is dit?

Twee skiffeurs, eind 19e eeuw waarschijnlijk. We zien een ophaalbrug, een huis met trapgevel. Waar is dit? Wie zijn dit? Daar zijn we benieuwd naar. Weet je het, heb je een suggestie? Stuur ons een mailtje: het@roeimuseum.nl.

Klik op de foto om hem groter te bekijken

Een juweeltje

Dit diploma komt uit de verzameling van Bert Appeldoorn. Het is uitgereikt aan degenen die degenen die in 1919 de Rondvaart door Nederland voltooiden. Er schreven zich dat jaar maar 36 ploegen in, waarvan vijf met wherry’s met buitenboordmotor en twee met motorboten. Het was dan ook de laatste keer dat het Comité voor Wherrywedstrijden zo’n rondvaart organiseerde.

Het diploma is ontworpen door Jan Willem ‘Willy’ Sluiter. Deze kunstenaar ontwierp vele affiches, ook dat voor de ‘Olympische Spelen‘ van 1916 in Amsterdam. Tussen aanhalingstekens, want er waren alleen deelnemers uit eigen land, buiten onze grenzen was het oorlog.


Roeien en zeilen: een goede combinatie?

Er zijn heel wat verenigingen begonnen als combinatie van zeilers en roeiers. Soms zelfs met ook motorboten erbij. Dat ging en gaat lang niet altijd goed.
Een voorbeeld is de Roermondse Roei- en Zeilvereniging Maas en Roer. Klassieker kan het haast niet dan deze foto van de ingebruikname van de eerste botenloods aan de Roer op 26 september 1909.

De leden deden enthousiast mee met wedstrijden en rondvaarten, ze waren de snelste roeiers in de Rondvaart door Nederland van 1916. Over zeilen wordt niet gesproken, dat begint in de oorlog, en in de jaren vijftig volgen de eerste spanningen tussen zeilers en roeiers – over geld natuurlijk.
Langzamerhand verdwijnt het roeien uit beeld. In 1968 meldt de vereniging dat er weer groei in het roeien zit, ‘deze tak telt thans 37 leden’. In 1977 zijn er nog 16. De roeiers zijn overvleugeld door de zeilers en verzelfstandigen zich in 1978 in de nieuwe Roeivereniging Aeneas.
Maas en Roer bestaat nog steeds, met ‘Roei- en zeilvereniging’ in de naam, maar doet alleen aan zeilen. Aeneas bloeit, en heeft nu zo’n 200 leden.